Wat is een dysfatische ontwikkeling?

Dysfatische ontwikkeling is een neurologische spraak-taalontwikkelingsstoornis waarbij het kind veel meer begrijpt van wat anderen zeggen, dan het zelf kan zeggen. Er zijn verschillen in ernst.

Opvallende kenmerken van dysfatische ontwikkeling zijn:

  • Het begrip van gesproken taal is veel beter dan de eigen taalproductie.
  • Dialoogspraak is moeilijker dan het spontane spreken door ‘op-commando’ problemen (=spreken op verzoek).
  • Woordvindingsproblemen en moeite met het vertellen van een verhaal. Het onderling verbinden van de verhaalelementen is lastig en het verhaal wordt langdradig. Hierdoor ontstaan meestal grote problemen met de vloeiendheid in het spreken.
  • Vaak zinsbouw en woordvormproblemen in de eigen taalproductie.

Bijkomende problemen kunnen complexe motorische problemen betreffen, in verschillende soort en mate. Motorische mijlpalen (zitten, staan, lopen) worden bijvoorbeeld veel later bereikt dan gemiddeld. Ook wordt een kind als ‘onhandig’ beschreven. Dyspractische kinderen hebben bijvoorbeeld problemen met drinken uit een beker, eten met een lepel, maar ook met leren aan- en uitkleden, zwemmen, fietsen, tandenpoetsen, haren kammen, knippen en schrijven, en kunnen slecht verstaanbaar spreken. Een dysfatische ontwikkeling met een vorm van dyspraxie is meestal ernstiger. Niet goed kunnen spreken maar wel veel of alles begrijpen, heeft een negatief effect op de gevoelsontwikkeling zowel als de intellectuele/verstandelijke ontwikkeling. Tijdige herkenning en behandeling zijn ook hierom van groot belang.

Wat doet de logopedist?

De logopedist vraagt de ouders om informatie over de spraaktaalontwikkeling en bekijkt of en welke kenmerken van dysfatische ontwikkeling aanwezig zijn.
Het spraak-taalonderzoek kenmerkt zich door een vergelijking van het taalbegrip en de taalproductie van een kind. Voor de uiteindelijke diagnose kan een multidisciplinaire benadering noodzakelijk zijn. Dit betekent dat een kind dan ook door een psycholoog, neuroloog en kinderfysiotherapeut of ergotherapeut onderzocht dient te worden. De logopedist richt zich op de verbetering van de spraak-taalvaardigheid. De behandeling kan individueel of in groepsverband plaats vinden. Ook kan de behandeling gecombineerd worden met kinderfysiotherapie of ergotherapie. Wanneer er sprake is van dyspraxie kan een kind hiervoor behandeld worden door een kinderfysiotherapeut of ergotherapeut.